De Nederlandse economie ondergaat dit jaar naar verwachting een historische krimp van bijna 6 procent. Voor het tweede kwartaal verwachten de Rabobank dat het bbp krimpt met 8 procent.
Toch is dit relatief mild in vergelijking met andere Europese landen en de wereldwijde recessie. Dit komt door een minder strenge lockdown, een hoge mate van digitalisering in de Nederlandse samenleving, snelle en effectieve overheidsmaatregelen en de goede conditie van de Nederlandse economie voor de pandemie.
Wat is het effect van de coronacrisis op de uitgaven van consumenten?
Consumenten geven dit jaar veel minder uit dan vorig jaar met een dieptepunt in het tweede kwartaal. Veel van de gebruikelijke uitgaven konden niet gedaan worden door de lockdown zoals bestedingen in bedrijfskantines, restaurants, tankstations, op evenementen en bij reisbureaus.
De versoepeling van de lockdown-maatregelen leidt tot enig, maar niet volledig, herstel in de tweede helft van het jaar. ‘Social distancing’ en onzekerheid bij huishoudens over de economie en hun eigen financiële toekomst zetten immers nog steeds een rem op de uitgaven van consumenten.
Al met al verwachten de Rabobank dat Nederlandse huishoudens in 2020 zo’n 7 procent minder zullen uitgeven dan in 2019.
Het effect van de coronacrisis op de werkgelegenheid
De Nederlandse overheid biedt met de NOW-regelingen een belangrijke steun aan de arbeidsmarkt, maar de Rabobank verwacht een sterke stijging van de werkloosheid tot bijna 7 procent tegen het einde van het jaar.
Op dit moment is deze negatieve trend al ingezet. Dit blijkt uit de snel gestegen werkloosheid in april (3,4 procent) en de sterke daling van het aantal uitstaande vacatures. Het verlies van werk en banen onder zzp‘ers en werknemers met flexibele contracten zal in de komende maanden naar verwachting verder oplopen door de zwakke vraag in veel sectoren.
Het aandeel flexwerkers is hoog in hard geraakte sectoren als de horeca, cultuur en uitzendbranche. Voor de tweede helft van het jaar wordt verwacht dat de gevolgen van reorganisaties en faillissementen zichtbaar worden op de arbeidsmarkt. Dit zal ervoor zorgen dat er meer werknemers met vaste contracten hun baan verliezen.
Doen bedrijven nog investeringen in de coronacrisis?
Voor het bedrijfsleven zijn de vooruitzichten somber. Het kabinet heeft aangekondigd dat we ons langere tijd in een anderhalvemetersamenleving moeten begeven, in afwachting van een vaccin of ander medicijn tegen COVID-19.
Dit houdt in dat vele sectoren niet hun volledige (productie)capaciteit kunnen benutten met grote effecten op alle bedrijven in de keten. Bijvoorbeeld in de voedingsmiddelenindustrie die levert aan de horeca.
In sommige sectoren, zoals de industrie, moet de grootste klap van de coronacrisis nog komen omdat orderportefeuilles met vertraging leeglopen. Zo presteerde de Nederlandse export in het eerste kwartaal nog aardig ondanks de daling in de wereldhandel. De vooruitzichten zijn sindsdien beduidend slechter geworden door de sterke economische terugval bij de belangrijkste handelspartners.
De Rabobank voorziet dat Nederland dit jaar 7,2 procent minder goederen en diensten zal exporteren dan in 2019. Dit vermindert de investeringscapaciteit van bedrijven en door de sombere vooruitzichten zal de bereidheid om te investeren verder verslechteren.
Het herstel in de tweede helft van het jaar zal lang niet alle verliezen uit de eerste twee kwartalen goedmaken. De Rabobank verwacht dan ook dat de bedrijfsinvesteringen dit jaar 7 procent lager zullen liggen dan vorig jaar.
De overheid probeert het effect van de coronacrisis te beperken
De steunpakketten die de Nederlandse overheid in werking heeft gesteld zijn van ongekende omvang. Een eerste steunpakket van ruim 20 miljard euro en voor het tweede steunpakket is nog eens ruim 13 miljard euro begroot.
Deze steunpakketten zijn grotendeels bedoeld om faillissementen en ontslagen te voorkomen. Zo beperken zij de daling van bedrijfsinvesteringen en particuliere consumptie.
Verder stijgt de overheidsconsumptie in 2020 naar verwachting met zo’n 2 procent. Tegelijkertijd heeft ook de overheid last van stilvallende productieketens en zullen bepaalde investeringsprojecten geen doorgang kunnen vinden. Ondanks de intentie om bepaalde investeringen naar voren te halen om de werkgelegenheid en economische activiteit een handje te helpen, verwacht de Rabobank dat de overheidsinvesteringen dit jaar met 3,4 procent zullen teruglopen.
Tegelijkertijd zorgt de coronacrisis voor lagere overheidsinkomsten in de vorm van belastingen en premies. Per saldo resteert een sterke verslechtering van het begrotingssaldo. De precieze omvang hiervan is nog lastig in te schatten door de onzekerheid over onder meer het gebruik van de nieuwe noodmaatregelen.
In de Voorjaarsnota raamde het ministerie van Financiën een begrotingstekort van 92 miljard euro. De extra uitgaven van tenminste 13 miljard euro aan het tweede steunpakket zullen dit tekort nog verder doen verslechteren. Omdat ook het bbp flink krimpt, loopt het saldo in procenten van het bbp nog extra hard op. In de Voorjaarsnota is dit geraamd op 12 procent. Daar komt het tweede steunpakket nog bij. Ook de staatsschuld stijgt snel, tot boven de 65 procent van het bbp.
Dat is nog altijd ruim lager dan het gemiddelde van de eurozone en de financierbaarheid is – mede dankzij de zeer lage rente-omgeving en het opkoopprogramma van de ECB – dan ook niet in het geding.
De volledige publicatie lezen van het economische kwartaalbericht van de Rabobank? Lees hier de uitkomsten.
Benieuwd wat wij ook voor jou, je medewerkers én je bedrijf kunnen betekenen?
Van een individueel coachingstraject, het organiseren van een teamtraining tot deelname aan een programma.
Maak een vrijblijvende afspraak